Wij waren de eerste van onze vrienden die een eigen huis kochten. Het huis voldeed in ieder opzicht aan de gangbare eisen; vooroorlogse bouw, veel groen, brede straat, een beetje een linkse wijk. Kortom, een politiek en sociaal “correct” huis. Al onze vrienden zouden in de loop van jaren in dezelfde soort huizen verdwijnen. Toch was het wennen voor ons. Daar zaten we dan; verbannen in een buitenwijk, kinderloos omgeven door gezinnen, in een wijk die zich meer op het kakkineuze Oegstgeest oriënteerde dan op Leiden. Als wij twijfels uitten, dan werden deze door onze vrienden weggewuifd. Wat zeurden we nou, het was toch een prachtig huis in een prachtige omgeving en zo lekker dichtbij de Leidse Hout. Niet dat we ooit in het Leidse hout kwamen, in mijn hele leidse leven had ik nog nooit een stap in de Leidse Hout gezet.
Negen (of was het tien) maanden na onze verhuizing werd Floor geboren (en zie een nieuw pluspunt: wat zijn de ziekenhuizen lekker dichtbij). Deze gebeurtenis zou ons hele beleven van de wijk veranderen. We waren niet meer weg te slaan uit de Leidse Hout. Floor hield van wandelen en als we maar even stil stonden, kwam er uit onze grote zwarte kinderwagen een gekrijs dat ons tot doorlopen aanmoedigde. Van haver tot gort leerden wij de paadjes in de Leidse Hout kennen. Ook van het theehuis werden we trouwe bezoekers. Met de geboorte van Ward werd dit alleen maar versterkt. Het is duidelijk, de geneugten van deze buurt laten zich alleen met kinderen kennen.
Ik werd 40 en vierde dat op passende wijze in het Theehuis. Maar met het ouder worden van de kinderen kwamen wij minder in de Leidse Hout. We joggen niet en zijn ook niet in het bezit van een hond, dus weinig reden voor een bezoek. Tot dat ik ziek werd, veel tijd over en een mooi bos dichtbij, dus wat let me.
Bijna dagelijks troon ik mijn bezoek mee naar de Leidse Hout. Hoofddoel is het Theehuis, maar de wandeling erheen is de helft van het genot. Ik schrijf wel wandeling, maar ik doe de route in een scootmobiel of in een rolstoel, een weer heel andere manier om de Leidse Hout te verkennen. Soms ga ik met Ward door het bos scooteren, geamuseerd nagekeken door andere bezoekers. In het Theehuis ben ik een oude bekende. Bijna zonder vragen wordt een jus d’orange met een rietje voor me neergezet. Heerlijk zo’n vaste routine. Nee, het is een schoon goed om in deze buurt te mogen wonen.
P. S. De spellingscontrole blijft maar aangeven dat de Leidse Hout fout is en moet worden vervangen door het. Maar ja, de is veel chiquer en tenslotte zijn wij bijna Oegstgeest.
September 1999
Jeanet van der Vlist