Zoals bijna iedere ALS’er heb ik in het begin veel hoop geput uit alternatieve geneeswijzen.
De dag van mijn diagnose schreef Steven Shackel een artikel in de ALS Digest over de verbazingwekkende resultaten van zijn ANTI-OXIDANTEN studie. Zijn website is boordevol informatie over medicijnen, vitaminen, mineralen, theorieën, zijn studie en maandelijkse evaluatie. Ik heb de eerste 2 jaar van mijn ziekte veel anti-oxidanten gebruikt. Zijn verhaal werd ondersteund door het verhaal van Eric Gredney.
In diezelfde tijd kreeg ik informatie over een Duitse dokter Karsten Hagar met ALS die zichzelf fors verbeterde door per dag 5000 iu natuurlijke vit E te slikken. Ik heb dit ongeveer een jaar aan mijn programma toegevoegd, maar ben er mee opgehouden.
In maart 1999 was er vooral in Amerika veel ophef over het effect van Creatine dat twee keer zo effectief zou zijn als Rilutek. Creatine is ook in Nederland te koop. Ik gebruik nog steeds creatine. Ik heb het gevoel dat mijn spieren er minder moe van worden.
Sinds maart 2000 ga ik eens in de 2 maanden naar een natuurgenezer op de veluwe. Hij controleert mijn bloed op giftige stoffen. En hij meet de energie banen van mijn centraal zenuwstelsel en zorgt dat deze weer voldoende energie hebben. Ik gebruik geen alcohol, koffie en suiker. Ik heb het idee dat ik hier baat bij heb. Het proces is vertraagd. Natuurlijk zijn ALS’ers extra ontvankelijk voor alternatieve geneeswijzen. Er is immers geen medicijn. Maar blijf je verstand gebruiken. Wat kost het je en wat levert het je op. Ik heb mijn hoop gezet op stamceltherapie, maar deze techniek staat in de kinderschoenen en zal pas over 10 jaar bruikbaar zijn. Alle ophef over nieuwe middelen, alternatief of regulier, volg ik niet meer.