Dagboek februari 2003

Vorige
Volgende

De musical is af

Ik heb vorige week de musical afgemaakt. Het bleef maar in mijn hoofd zitten, vandaar. Het leek wel of de musical zichzelf schreef, zo gemakkelijk ging het. Ward heeft minimaal mee gekeken. Hij vond het wel best zo. 15 bladzijden zijn het geworden. Soms letterlijk uit mijn hoofd geperst. Als ik veel schrijf, gaat mijn hoofd steeds schuiner hangen en kost het veel moeite en veel gesteun de juiste letters en woorden aan te klikken. Maar mijn drang was zo groot, dat de klus in twee weken geklaard is. Het is een echt tijdsdocument geworden met: Idols (en natuurlijk vooral de gevreesde jury), Uschi, Hennie Huisman, normen en waarden, politici, en de problemen bij NS.

Nieuwe hulp

Oei, wat is dat weer wennen, een nieuwe hulp. Je hebt samen nog helemaal geen tradities of routine opgebouwd. En ook al heeft ze twee ochtenden meegelopen, opeens moet je het samen rooien. Mijn stem is daarin geen houvast. En het van te voren geschreven papier blijkt te summier. Hoe moet je mijn beker vasthouden? Niet te lang weg blijven als ik lang niet naar de wc geweest ben. Geen vragen stellen onder het eten, omdat ik onmogelijk kan antwoorden. Liefst überhaupt niet te veel praten tijdens het eten. Allemaal vanzelfsprekendheden voor de andere hulpverleners moeten opnieuw bevochten worden. Maar ik vind haar aardig en daarmee kom je een heel eind. En een eerste fout bij het naar de wc gaan, hebben we overleefd en is eigenlijk wel goed opgelost. Van fouten leer je het meest. Ik weet zeker dat dat niet meer fout gaat. Bovendien is het wel leuk om nieuwe verhalen aan te horen. En een veelprater is ze. Het komt wel goed tussen mij en Sandra.

Slapen

Ik heb tegenwoordig last aan mijn schouder bij het slapen. Niet vanwege de matras, maar door een gebrek aan spieren waardoor mijn arm te zwaar aan de schouderkom rukt. Ik leg mijn arm nu op een kussen. Voor het omdraaien heb ik ook een fantastische truc. Als ik op mijn zij lig stopt Hein mijn dekbed in mijn rug, waardoor ik veel gemakkelijker zelf kan draaien. Gemiddeld heb ik Hein nog een keer per nacht nodig. En we laten de verwarming aan zodat mijn spieren niet te koud en daardoor te stijf worden. Ja, ja, slapen is een hele wetenschap.

Systemanisch

Ik ben een systematisch en planmatig type. Dat merk je als je met een tegenovergesteld type wordt geconfronteerd. Sandra is zo’n een tegenovergesteld type. Ze wil de tafel opruimen zonder de deksel op de boter te doen. En voor ik er erg in heb, ben ik haar in mijn moeilijk verstaanbare taal, aan het uitleggen dat ze de deksel vergeet. Belachelijk. Uiteindelijk ben ik aan het spellen D-E-K-S-E-L, alsof dit van levensbelang is. Ik kan mijn energie uiteraard beter besteden, maar dat bedenk ik me te laat. Vreselijk ben ik. Ik moet meer de dingen op zijn beloop laten. Nog zo’n voorbeeld. We gaan weg met de auto en ik vind dat de kinderen de riemen/gordels om moeten en zeg dat. Nu begint het grote gissen, waar ik overigens een bloedhekel aan heb. Is er iets met de ramen? Open? Dicht? Of bedoel ik de remmen? Sta ik niet op de rem? En weer ga ik spellen: R-I-E-M-E-N. En dan zegt Floor het enige juiste: “Mam, als je niets gezegd had, zaten we nu al lang in de riemen”. Zucht.

Wintersport

Wij gaan zondag 23 februari op wintersport en komen op de zondag erna weer terug. We hopen zo de files te vermijden. En natuurlijk hopen we op mooi weer. Bovendien blijkt dat we met de auto helemaal naar boven kunnen naar een aangepast restaurant aan de piste. Daar had ik niet op gerekend. Ik kan zo mijn voyeuristische neigingen geheel bevredigen op een echt wintersportterras.
Wat betreft de files en het weer is onze verwachting geheel uitgekomen. Het aangepast restaurant bleek op 2750 meter te liggen, te bereiken via een panoramische kronkelweg van 26 kilometer. Rijden in de bergen is voor mij een moeizaam gebeuren. Bij het omhoog gaan wordt mijn hoofd in mijn hoofdsteun gedrukt, behalve als er geremd wordt, dan schiet mijn hoofd naar voren. Bergafwaarts kan ik mijn hoofd alleen omlaag houden. Als mijn das dan te strak zit, keel ik mezelf. Behalve dit ongemak was het op die hoogte ondanks de zon en dankzij de wind, hartstikke koud. Dat werd dus binnen zitten geblazen. Je begrijpt, dat voldeed volstrekt niet aan mijn vooraf gekoesterde verwachtingen. De volgende dag hebben we een lager gelegen gebied opgezocht. Hier vonden we een zonovergoten terras.’s Middags verkasten we naar een terras aan de piste. Veel te zien. Alleen vergde het omhoog duwen Hein en Lieke (in zijn eentje lukte het Hein niet) de nodige zweetdruppels. De eerste twee dagen toen we nog geen plezierig ritme hadden, heb ik me wel even afgevraagd waarom ik dit mezelf aandeed. Uiteraard voor mijn gezin, maar ik beleef uiteindelijk toch ook veel plezier aan het buiten zijn en “be-obachten” van mijn omgeving. Het vier-sterren hotel was volledig op rolstoelen ingesteld. Er waren nog tien andere rolstoelers, weliswaar van een sportievere soort, want zij skieden allemaal in een aangepaste skistoel. Het eten werd voor mij apart op bestelling gemaakt. De kinderen hebben nog gerodeld op een echte rodelbaan. En natuurlijk was er in het hotel een Tiroler avond, inclusief de kraker ‘Es ist so toll, ich bin der Anton aus Tirol’. De laatste dag zijn we naar Innsbruck gegaan. De stad waar je alleen maar over praat i.v.m. wintersport, maar nooit naartoe gaat. Het was een onverwacht mooie stad met mondaine inwoners, omsloten door witte bergen en met te laag overvliegende vliegtuigen. Zaterdagavond naar de Duitse versie van Idols gekeken Deutschland sucht ein Superstar, veel minder leuk dan de onze. Helaas hoorden we op de terugweg dat Hind, mijn absolute favoriet, uit Idols is weggestemd.
Ik vind het heel bijzonder nog een wintersportvakantie te hebben meegemaakt. Veel dank aan Hein, Lieke en oma Lia.

Vorige
Volgende