Dagboek april 2005

Vorige
Volgende

Feest

Het was geweldig. Een feest helemaal op mij gemaakt. Een gespreide binnenkomst van mensen. Een video gemaakt door familie en vrienden “Rondom Jeanet “, een liedje, een voordracht van mijn moeder en broer, een praatje van oud-collega’s, een ontroerende introductie van Hein, een Russisch lied van Jan, veel cadeautjes en heel veel karaoke. En dat laatste is iedereen honderd procent meegevallen. Je zingt namelijk niet alleen, maar de zaal brult alle nummers mee. ’s Nachts nog alles bekeken en pas om half vier naar bed gegaan. Het was een onvergetelijk feest. Bedankt allemaal.

 

Malaise

En dan is je feest geweest. Dagen van nagenieten, napraten, namailen, bedanken, heel erg moe zijn en dan heb je het wel gehad. Even geen feest meer. Alle bloemen zijn inmiddels weggegooid. Over. Maar wat nu? Ik vind het moeilijk om de draad weer op te pakken. De eerste functionele mailtjes zijn deze week weer de deur uit gegaan. Schoenen, computer, douchestoel; er moet weer actie ondernomen worden, maar van harte gaat het niet. Weer een dag misselijk met overgeven gehad. En nu een ontsteking aan een afgebroken tand. Ik zit in een afterdip.

Huismijtallergie?

Zaterdagnacht, na een avondje bridgen, werden we opgeschrikt door een hoestende en veel slijmvormende Ward, na een half uur gevolgd door volledig dichte ogen als gevolg van opgezwollen oogleden. Duidelijk een extreem allergische reactie. Nou heeft hij daar al langer tekenen van, zodat ik een huisstofmijtallergie vermoed. Dat werd bevestigd door de huisarts die een allergietest heeft gedaan. Hij heeft ook hooikoorts, vooral voor berkenpollen. Er staat een prachtige berk op 10 meter afstand van zijn slaapkamerraam, waarschijnlijk de veroorzaker van zijn nachtelijke aanval. Ward slaapt nu voorlopig niet op zolder. We gaan eerst zijn kamer en de hobbykamer leeg mesten en schoonmaken. Ik heb daar best zin in, een lekker project, ik kan goed weggooien en ik heb weer wat zicht op de dingen het huis.

Kleuren

Al van kinds af aan heeft iedere dag voor mij een verschillende kleur. In mijn gedachten, want in werkelijkheid bestaat dit natuurlijk niet. Ik heb altijd gedacht dat ik de enige was en er nooit met iemand over gesproken. Totdat afgelopen zondag Ward in de krant een kleurschema zag van de dagen in de week. Hij zei onmiddellijk: “ik heb ook een kleur voor iedere dag van de week”. “Ik ook”: riep ik enthousiast. Zondag was bij Ward iets lichts en bij mij wit. Maar over de zaterdag waren we het helemaal eens: geel. We grinnikten allebei van herkenning. Floor en Hein stonden erbij en keken erna, geen enkele associatie. En ik al vijftig jaar denken dat ik de enige was met gekleurde dagen*. We waren beiden opgetogen.

Een drie-of viergesprek

Zondag kwamen buurtgenoten op bezoek. We zaten heerlijk in de tuin, ons beider verbouwingen doorsprekend. Ik geniet. In een viergesprek met Hein erbij, voel ik me erg betrokken. Hein vertaalt mijn woorden en er wordt tegen me gepraat. Met Pasen bij vrienden eten of naar het strand gaan, ik geniet. Hetzelfde heb ik, als ik op dondermiddag damesbezoek met Lieke ontvang. De buurvrouw en een oud collega ontvang ik al jaren met Lieke. Ook dan voel ik me heel betrokken en is het gezellig. In grote gezelschap heb ik dat minder. Er wordt meer met elkaar gepraat. Het gaat meer langs me heen. Ik voel me dan vaak alleen en wil naar huis.

De Garnalenpelster

Ik heb “de garnalenpelster” gelezen, een boek van een Nederlandse columniste van Turkse komaf; Nilgün Yerli. Ik heb aan een stuk zitten huilen. Haar moeder overleed toen ze 15 was. Ze is toen helemaal zelfstandig in Nederland gebleven en heeft zelf in haar onderhoud voorzien. Het boek is een ode aan haar moeder, een ongelooflijke wijze, lieve en liberale vrouw. Een mooi boek dat me aan het twijfelen maakt of ik niet meer wijsheid richting kinderen moet etaleren.

Limburg

We hebben een lang familieweekend in Limburg. Hein is druk met inpakken en gestrest. Ik hou me gedeisd, ik heb mijn “wat mee te nemen lijstje” gemaakt en daarmee is mijn rol uitgespeeld. Maar er is irritatie en die gaat niet weg. Ook het naar bed gaan verloopt niet soepel. Ik raak geërgerd en dat blijf ik 2 dagen. Ik kan maar niet boven mezelf uitstijgen en Hein blijft er ook in hangen. Ik erger me als ik drinken krijg via de PEG en de dop niet wordt dicht gedaan waardoor mijn drinken eruit loopt. Ik erger me aan het douchegordijn dat vlakbij de wc hangt (überhaupt is de wc niet handicapproof), maar als ik er wat van zeg vindt Hein me te sturend. Maar bovenal erger ik me aan het feit dat Hein zondag gaat fietsen en ik daardoor noodgedwongen de hele dag thuis moet blijven, behalve een rondje om de kerk en dat wil ik niet. Ik mok. Ben ik naar Limburg gekomen om de hele dag in de achtertuin te zitten? Ik dacht het niet. De meeste avonden vertrekt de meute voor een avondwandeling en de kroeg. Ik blijf thuis. De meesten verstaan me niet en door het geluid dat een groep altijd maakt, ben ik ook voor mijn verstaanders nauwelijks te verstaan en dat frustreert. S Nachts lig ik er wakker van. Ik kan mezelf niet bij de haren vatten en er bovenuit stijgen. Want eigenlijk is het zondag te warm en is het niet verkeerd om in de schaduw te zitten en dus thuis te blijven, maar geef dat maar eens toe. Pas maandag ontdooi ik. Hoe je jezelf dwars kan zitten.

Ik ben vaak in Limburg geweest, altijd gefietst en gewandeld. Het voorjaar is er prachtig. Het is nu wel anders. Vanuit het autoraam achterin is het niet zo genieten. Je proeft het landschap niet, daarvoor moet je wandelen of fietsen. We bezoeken het kasteel Oud Valkenburg en de tuinen, we gaan naar het nieuwe Mondo Verde, een aanrader en we belanden vanwege een regenbui op de Lentebeurs in Maastricht. Eigenlijk is het wel leuk om met de familie uit te zijn. De kinderen hebben veel en gezellig met elkaar gespeeld. Het is leuk om mijn jongste nichtje Hanna, die ook op 31 maart geboren is, mee te maken. En de logeerboerderij St Gilleshof is prachtig. Alleen zou je alle huisroutines moeten kunnen meenemen, inclusief mijn bed.

Ziektegedrag

Ik maak mezelf wijs dat ik geen ziektegedrag vertoon. Ik klaag niet en ik praat niet over mijn ziekte. Ik vind alleen wel dat men rekening met mij moet houden. En daarin ben ik misschien doorgeschoten. Floor vindt me egoïstisch, te veel op mezelf gericht. Hein vindt me ondankbaar en te dirigistisch. Ik bepaal graag hoe men met mij omgaat, reduceer onzekerheden en ongemakken zoveel mogelijk en ben daarin heel direct. Maar mijn ergste ziektegedrag is waarschijnlijk mijn jammeren. Als men mij niet verstaat, foute aannames blijft herhalen, routine nog niet door heeft, dan ga ik jammeren. Machteloosheid, zieligheid, droefenis, ergernis, dat alles manifesteert zich in jammeren.

*Synethesie
Vorige
Volgende