Kijk, aan vrienden vertellen is niet moeilijk. Het grote grijze gebied zijn de bekenden waar je gezellige praatjes meemaakt. Bijkomend verhaal is dat mijn stem het bij emoties, maar ook bij gewone praatjes, acuut af laat weten. Ik begon contact te vermijden en heb het liefst iemand aan mijn zijde om me bij te staan. Ook voor de kinderen betekende het heel wat. Maar wat zijn kinderen accepterend en wat groeien die erin mee.
Er zijn nu allemaal hulpmiddelen in huis: Lift, rolstoel, hoge wc, driewieler. De lift is direct door de kinderen uitgeprobeerd. Zij vinden het vooral leuk om mij heen en weer te bedienen met de knoppen. Maar vooral voor Floor mag niemand het zien. De buurkinderen worden buiten deur gehouden. En toen een laatst vroeg waarom er een rolstoel in de auto lag, gaf Floor geen antwoord en liep naar binnen. Daar zei ze tegen mij dat ze het zo moeilijk vond om het te zeggen. En dacht ik dat ze de rolstoel in de Efteling helemaal niet erg gevonden hadden, zei Ward nu: “Nee, laten we maar niet naar een park gaan want dan moet mama weer in een rolstoel.” Kortom het ligt toch een stuk gevoeliger dan ik dacht. En wel logisch. In de Efteling maakten ze ruzie wie mocht duwen en zaten ze bij mij op schoot om door Hein gereden te worden. Floor staat nu voor haar verjaardag. Dat zal niet meevallen want nu moet ze ervoor uitkomen. Verder houden ze zich kranig: zijn behulpzaam, accepterend en steunend. Ward houdt de stand van de keren dat ik val bij. “Dat is de vijfde keer, mam.” Floor raakt in paniek als ik val.
En dan op de driewieler fietsen. Echt coming out. Gelijk de buurman vragen wat er aan de hand is. “Ja, een spierziekte.” zeg ik met een verkrampte mond, maar ik moet weg. En ik haast me weg. Van de week ging dat met een andere buurtgenoot net zo. En dan zondag de straatbarbecue. Maar gewoon gaan, dacht ik, en blijven zitten. Niet te vroeg aanwezig zijn en zorgen dat er iemand bij ons zit. De kinderen rekenen er helemaal op.
Zie ook Scooterperikelen.